Schoolgids

Onderwijs

 

Opleidingen

Havo
De leerling die na de eerste brugklas plaatsneemt in 2 havo, kiest voor een vijfjarige opleiding die voorbereidt op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Leerlingen leren op de havo zelfstandig te werken. Zij leren vaardigheden die gericht zijn op een goede aansluiting met het hbo. De docenten passen op deze afdeling verschillende werkvormen toe die speciaal geschikt zijn voor het havo-onderwijs. Zij streven ernaar de leerlingen goed te motiveren voor hun vak. Ook is er oog voor de individuele kwaliteiten van de havoleerlingen. Leerlingen kunnen in de Tweede Fase bijvoorbeeld een vak in eigen beheer volgen, waardoor een doorstroom naar het vwo tot de mogelijkheden behoort. Verder besteedt de school extra aandacht aan de begeleiding van de leerlingen van klas 3, 4 en 5 havo. In het vierde en vijfde leerjaar kunnen leerlingen een (docent)coach krijgen als ze moeite hebben zich aan de eisen van de Tweede Fase aan te passen of als hun resultaten tegenvallen.

Atheneum
Atheneum en gymnasium vormen samen het vwo, het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dat wil zeggen dat beide opleidingen toegang geven tot de universiteit. Leerlingen kunnen na de basisschool kiezen voor 1 atheneum of na de eerste brugklas kiezen voor 2 atheneum. Een leerling die met goed gevolg klas 3 atheneum heeft doorlopen, begint in de vierde klas aan de Tweede Fase. Aangezien de atheneumopleiding opleidt voor de universiteit, zijn de lessen en de lesprogramma’s erop gericht de leerlingen op het daartoe vereiste niveau te brengen. Dat betekent dat van de leerlingen wordt verwacht dat ze in de loop van hun schoolcarrière een serieuze werkhouding aanleren. Onontbeerlijk zijn daarbij het eigen initiatief en de eigen inbreng bij onder meer de werkstukken die ze bij verschillende vakken moeten inleveren. Daarnaast is er aandacht voor cultuur. Door projecten in het kader van CKV (culturele en kunstzinnige vorming) komen de leerlingen in contact met diverse kunstuitingen. Daarbij streven de docenten naar een zo breed mogelijk aanbod. Dat bestaat onder meer uit het bekijken van films, het bezoeken van musea en tentoonstellingen en theaterbezoek. Om een goede doorstroming van het atheneum naar de universiteiten en hogescholen te waarborgen vindt regelmatig overleg plaats met deze instellingen. Ook geven studenten en andere vertegenwoordigers van deze vormen van onderwijs voorlichting op het lyceum.

Gymnasium
Aan het Zaanlands Lyceum is sinds jaar en dag een bloeiende gymnasiumafdeling verbonden. Het onderwijs aan deze afdeling onderscheidt zich van dat aan het atheneum door de bestudering van Grieks, Latijn en de klassieke cultuur. Leerlingen kunnen in de eerste klas beginnen met het gymnasium. In 1 gym volgen zij naast de lessen die in de andere eerste klassen worden gegeven het vak Latijn. Leerlingen kunnen kiezen voor de reguliere gymnasiumstroom of voor de bètaplusstroom.
Het is ook mogelijk om in de tweede klas, dus na de eerste brugklas of na 1 atheneum, te beginnen met 2 gymnasium. Kandidaten worden hierop voorbereid aan het eind van de eerste klas. In de tweede en derde klas gymnasium krijgen de leerlingen les in beide klassieke talen, Latijn en Grieks. Naast de kennis van de klassieke talen blijft het contact met de klassieke cultuur gedurende de gehele opleiding van groot belang. Een belangrijke rol spelen bezoeken aan tentoonstellingen en voorstellingen met een klassiek thema, projecten met als thema bijvoorbeeld mythologie en in de vijfde klas de studiereis naar Rome. De kennis van Grieks en Latijn biedt steun bij de verwerving van alle vreemde talen. Leerlingen die een gymnasiumopleiding volgen, krijgen naast een brede algemene ontwikkeling rechtstreeks toegang tot de bronnen van onze cultuur. Zo verwerven zij daarin meer inzicht. Dit draagt bij aan een kritische en tegelijkertijd beschouwende houding. De gymnasiumopleiding vormt een uitdaging voor leerlingen die goed gemotiveerd zijn en flink wat capaciteiten hebben.

Inrichting onderwijs

Leerjaar 1 en 2

Leerlingen die na de basisschool kiezen voor het Zaanlands Lyceum nemen plaats in klas 1 gymnasium, 1 atheneum, of in de eerste brugklas havo/vwo. In 1 atheneum en 1 gymnasium kunnen zij daarnaast kiezen voor de bètaplusstroom. De leerlingen uit de eerste brugklas worden bevorderd naar klas 2 havo, 2 atheneum, of 2 gymnasium. Leerlingen kunnen na de eerste klas ook worden geplaatst in de bètaplusstroom van klas 2 atheneum en 2 gymnasium.

Onder de leerlingen van klas 1 wordt in het najaar een capaciteitenonderzoek, de NIO-toets, afgenomen. Deze is vooral bedoeld om ‘onderpresteerders’ tijdig op te sporen om hen zo mogelijk extra begeleiding te bieden. Ouders geven hiervoor toestemming via de toestemmingsmodule in Magister.

Leerlingen in het eerste leerjaar kunnen deelnemen aan lessen computertypen/tekstverwerking. Deze lessen, die worden gegeven door gediplomeerde docenten, starten in september in de mediatheek. De lessen worden aansluitend op het lesrooster gegeven en duren 60 minuten. Het examen is gepland in april 2025. Aan de lessen en het examen zijn kosten verbonden. Aanmelden kan via het inschrijfformulier, dat door de school aan de leerlingen wordt toegestuurd.

Leerjaar 3
De leerlingen van de derde klassen worden voorbereid op de Tweede Fase. Er wordt veel aandacht besteed aan de vaardigheden die nodig zijn om die Tweede Fase met succes te doorlopen. De specifieke kennis en vaardigheden die voor elk schooltype vereist zijn, staan daarbij voorop. Aan het eind van leerjaar drie kiezen de leerlingen, na een intensieve keuzebegeleiding, een van de vier profielen in de Tweede Fase. De keuze voor een dubbelprofiel (C&M en E&M of N&G en N&T) is ook mogelijk. Het profielkeuze-aanbod staat op de website in het menu Informatie – Documenten.

Leerjaar 4, 5 en 6
De vakken in de Tweede Fase zijn verdeeld in een gemeenschappelijk deel, een profieldeel en een keuzedeel. De leerlingen vullen hun keuze voor een profiel aan met een vak dat niet in het gemeenschappelijk deel of in het profieldeel voorkomt. Wil een leerling een extra keuzevak volgen, dan is dat in bepaalde gevallen mogelijk. Van de leerlingen wordt een serieuze werkhouding gevraagd. Naast de ‘gewone’ lesstof moeten zij regelmatig zelfstandig onderzoekjes uitvoeren en werkstukken maken. Ook wordt verwacht dat ze zelfstandig kunnen plannen

Jaarrooster niet-examenklassen

Het jaar is verdeeld in vier lesperioden, die elk worden afgesloten met een toetsblok. Het aantal becijferde toetsen buiten die toetsblokken is beperkt.

 Leerjaar 4 en klas 5 vwo
Aan het begin van het schooljaar ontvangen de leerlingen van leerjaar 4 havo en 5 vwo een PTA (Programma van Toetsing en afsluiting). Daarin staat van elke toets vermeld wat moet worden geleerd, wanneer de toets plaats vindt, op welke wijze deze wordt afgenomen, en hoe zwaar de toets meeweegt in het schoolexamen. De leerlingen van leerjaar 4 vwo ontvangen een LTO (Leerstof- en Toetsoverzicht) en een PTA. In het LTO staat de informatie over alle toetsen van dat jaar en de wegingsfactor voor de overgang. In het PTA staan alleen de toetsen vermeld die meetellen voor het schoolexamen met hun weging voor het schoolexamen. Dit betreft een beperkt aantal toetsen voor een beperkt aantal vakken.

Jaarrooster examenklassen
De examenleerlingen ontvangen aan het begin van het schooljaar een PTA (zie hierboven). Het schooljaar is verdeeld in drie lesperioden. Deze worden afgesloten met een toetsblok. Gedurende de lesperiode zijn er slechts enkele toetsen; wel voeren leerlingen praktische opdrachten uit, meestal in de vorm van werkstukken en werken ze aan hun examendossier. Na elk toetsblok kan een leerling een vak herkansen om een hoger cijfer te behalen. Voorafgaand aan het examen vindt een examentraining plaats. PTA+ Een leerling die zeer goed presteert voor een vak, kan worden uitgenodigd voor een PTA+. Hij verwerkt naast of in plaats van de reguliere lesstof extra stof. De afspraken die de leerling met zijn docent maakt over de te bestuderen stof, het moment en de wijze van toetsing en de wijze van beoordeling worden vastgelegd.
 

Lessentabel

Lessentabel leerjaar 1 t/m 3 brugklas, atheneum en havo

Lessentabel leerjaar 1 t/m 3 gymnasium

Lessentabel havo 4 en havo 5

Lessentabel vwo 4, 5 en 6

 

 

Lesrooster

In het voortgezet onderwijs heeft elke klas een eigen lesrooster. Op het rooster staan per dag de verschillende vakken met de namen van de docenten en de nummers van de lokalen vermeld. Het Zaanlands Lyceum werkt met een 50-minutenrooster. De school verzorgt in alle klassen zo veel mogelijk vakgerichte lessen onder leiding van een vakdocent. Er staan dan ook geen zelfstudie-uren op het rooster

Na twee lesuren volgt er een pauze:

Ondersteuning

In het schoolondersteuningsprofiel van het Zaanlands Lyceum staat beschreven op welke wijze het Zaanlands Lyceum de verschillende vormen van ondersteuning binnen de school vormgeeft. Het schoolondersteuningsprofiel staat op de website in het menu Informatie - Documenten. Hieronder staat een beknopte samenvatting van de ondersteuningsvormen.

Vanaf schooljaar 2025-2026 staat het ondersteuningsprofiel standaard op de agenda van de gesprekken met de klankbordgroepen en de leerlingenraad, om leerlingen meer inspraak te geven in de ondersteuningsmogelijkheden op school.

Basisondersteuning
Alle leerlingen van het Zaanlands Lyceum hebben recht op basisondersteuning en kunnen hier gebruik van maken.
 

  • Klassenmentor
    De mentor is de begeleider van de leerling en ook de contactpersoon tussen de school en de ouders. Alle leerlingen van het Zaanlands Lyceum hebben een klassenmentor. Aan leerlingen in klas 5 havo kan tevens een (docent)coach worden toegewezen.
     
  • Vakdocent
    Vakdocenten spelen een centrale rol in het leerproces van de leerlingen. Tijdens de lessen geven zij uitleg over de lesstof en zorgen zij voor een veilige en stimulerende leeromgeving. Leerlingen worden actief betrokken bij de les en aangemoedigd om vragen te stellen als zij iets niet begrijpen. Naast de reguliere lessen kunnen leerlingen ook terecht tijdens de begeleidingsuren. Hier is extra ruimte voor ondersteuning.
     
  • Leerjaarbegeleiders en afdelingsleiders
    De leerjaarbegeleiders en afdelingsleiders zijn verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding in hun afdeling. Zij stemmen de activiteiten van de mentoren op elkaar af en geven leiding aan de dagelijkse gang van zaken. De afdelingsleiders zijn daarnaast verantwoordelijk voor het onderwijskundige beleid in hun afdeling. 
  • Huiswerkbegeleiding
    Leerlingen van de eerste en tweede klassen die moeite hebben thuis gedisciplineerd hun huiswerk te maken, kunnen deelnemen aan de huiswerkklas. Leerlingen geven zich op voor een periode van drie maanden. Van maandag t/m donderdag maken zij van 15.00 tot 16.30 uur onder leiding van leerlingen uit de hogere klassen en een bevoegde docent huiswerk. Zij kunnen vragen stellen aan de begeleiders en zich door hen laten overhoren. De huiswerkbegeleiding heeft niet het karakter van bijles. Deze extra begeleiding kost € 25,00 per maand.
  • Decaan
    De schooldecanen zijn behulpzaam bij verschillende keuzes in de schoolloopbaan. Dit geldt niet zozeer de keuze na de brugklas als wel de profielkeuze in de derde klas en de studie- en beroepskeuze in het (voor-) examenjaar. De schooldecanen kunnen helpen door:
  • het stimuleren om te gaan oriënteren en leren om keuzes te maken.
  • het verstrekken van documentatie,
  • het geven van informatie over studiefinanciering, beurzen, studeren in het buitenland, au pair, enz.
  • gesprekken met de leerling (individueel en in groepsverband) over hun keuzes in hun  schoolloopbaan. Bijvoorbeeld: profielkeuze in de derde klas, studie- en beroepskeuze in het (voor-)examenjaar.
  • het organiseren van beroepenavonden, stages en activiteiten.
  • het geven van LOB lessen en het laten maken van opdrachten
    • Tutor begeleiding
      Onze school biedt een tutor systeem aan, waarbij leerlingen bijles krijgen van ouderejaars. Dit systeem is bedoeld om leerlingen extra ondersteuning te bieden bij vakken waarin ze moeite hebben. Er zijn kosten verbonden aan deelname aan het tutor systeem, deze kosten zijn bedoeld om de inzet van de ouderejaars te vergoeden. Aanmeldingen voor het tutorsysteem lopen via de klassenmentor.
  • Anti pesten
    Op onze school streven we naar een veilige en respectvolle omgeving voor iedereen. Pesten wordt niet getolereerd. We hebben een duidelijk pestprotocol waarin staat hoe we omgaan met meldingen van pesten en welke stappen we ondernemen om de situatie op te lossen. De anti-pestcoördinator is het aanspreekpunt voor werknemers, leerlingen en ouders. Deze coördinator zorgt ervoor dat het protocol goed wordt uitgevoerd en draagt bij aan het voorkomen van pesten door het adviseren van de schoolleiding op dit gebied en het organiseren van preventieve activiteiten. Samen werken we aan een positieve en inclusieve sfeer waarin iedereen zich veilig en gewaardeerd voelt. Op het moment dat er onverhoopt wel een pestsituatie heeft voorgedaan kunt u contact opnemen met de mentor of een mail sturen naar antipestcoordinator@zaanlands.nl.
  • Intern en extern contactpersoon
    Mocht het onverhoopt voorkomen dat een leerling een klacht heeft over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of discriminatie kunnen leerlingen en ouders terecht bij de interne contactpersonen op school. De interne contactpersonen zijn Petra Kalter en Mirjana van Zeijderveld.
    De interne contactpersoon luistert, denkt mee over mogelijke vervolgstappen en kan – als dat nodig of wenselijk is – de externe vertrouwenspersoon inschakelen. Ouders kunnen ook zelf rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. De contactgegevens van de externe vertrouwenspersoon van OVO Zaanstad zijn: Marlout Corba, info@jccconsulting.nl, 06-53927978.
  • Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling
    De aandachtsfunctionaris is verantwoordelijk voor het coördineren en borgen van de signalering en aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de school. De aandachtsfunctionaris ondersteunt collega’s bij het volgen van de stappen van de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, fungeert als vraagbaak bij vermoedens van onveiligheid, en onderhoudt contact met externe instanties zoals Veilig Thuis of het wijkteam. Ook zorgt de aandachtsfunctionaris ervoor dat teamleden goed geïnformeerd zijn over het signaleren van risicofactoren en het veilig handelen volgens protocol. De aandachtsfunctionaris speelt een belangrijke rol in het creëren van een veilig schoolklimaat, waarin leerlingen zich gezien, gehoord en beschermd voelen.

Aanvullende ondersteuning
Als de basisondersteuning onvoldoende toereikend blijkt kan er opgeschaald worden naar aanvullende ondersteuning. De aanvullende ondersteuning is vormgegeven voor een specifieke doelgroep en hierdoor niet vrij toegankelijk voor elke leerling. De aanvullende ondersteuning wordt ingezet door of in overleg met mentor, leerjaarbegeleider en indien relevant de dyslexie coördinator, verzuimcoördinator of Coördinator ondersteuning en begeleiding.

  • Counselor
    Een leerling wordt doorverwezen naar een counselor als er sprake is van een (enkelvoudig) persoonlijke probleem wat de leerling belemmerd op school. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat een leerling last heeft van spanningsproblemen of dat er in de privésituatie iets speelt waar de leerling moeite mee heeft. Aanmelden gaat via de mentor of leerjaarbegeleider die een aanmeldformulier (eventueel samen met leerling) invult en naar de Coördinator Ondersteuning en Begeleiding stuurt.
  • Dyslexie
    Leerlingen met een officiële dyslexieverklaring komen in aanmerking voor aanvullende faciliteiten, zoals extra tijd en ingesproken boeken. Afstemming hierover vindt plaats met de dyslexiecoördinator. De faciliteiten zijn beschreven in het dyslexiebeleid van de school.

 

  • ​Faalangstreductie en examenvrees
    Voor leerlingen die zoveel spanning rondom schoolprestaties ervaren dat het hun functioneren belemmert, bieden de school een training aan. De bijeenkomsten zijn praktisch van aard en richten zich op het leren herkennen en doorbreken van belemmerende gedachten, het ontwikkelen van helpende denkpatronen en het omgaan met spanning in schoolsituaties. Ook ontspanningstechnieken en ademhalingsoefeningen maken deel uit van het programma.

 

  • Schoolmaatschappelijk werk
    School maatschappelijk werk betreft een kortdurende individuele vorm van begeleiding voor leerlingen met persoonlijke problematiek waarbij de schoolgang niet of nauwelijks merkbaar belemmerd wordt door deze problematiek. Op het moment dat kortdurende gesprekken niet voldoende zijn kan de Schoolmaatschappelijk werker doorverwijzen, waarbij de individuele gesprekken op school zullen overbruggen tot de leerling terecht kan bij de externe hulpverlening. Ouders moeten toestemming geven voor de inzet van schoolmaatschappelijk werk voor leerlingen onder 16 jaar. Aanmelding gaat via de mentor of leerjaarbegeleider die een aanmeldformulier (eventueel samen met leerling) invult en naar de Coördinator Ondersteuning en Begeleiding stuurt.
  • Traject op maat
    De zogenoemde TOM-leerlingen hebben in veel gevallen een lesrooster dat afwijkt van dat van hun klasgenoten. Zij volgen bijvoorbeeld een vak in een hogere klas, of ze volgen een aantal extra vakken, waardoor ze niet alle lessen kunnen bijwonen. Leerlingen uit de voorexamenklas leggen in sommige gevallen al een jaar eerder dan hun klasgenoten examen af in een of meer vakken. Een minder ingrijpend Traject op Maat is ook mogelijk: verdieping bij een vak waarvoor een leerling goede resultaten behaalt. Dit daagt de betrokken leerling uit om het beste uit zichzelf te halen.

Extra ondersteuning
De extra ondersteuning is bedoeld voor specifieke leerlingen.

  • Hoogbegaafdheids begeleiding
    Het Zaanlands Lyceum is trots lid van de Vereniging van Begaafdheidsprofielscholen (BPS). Onze hoogbegaafdheidsbegeleiding is gericht op het herkennen, erkennen en ondersteunen van leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong. Samen met de coördinator hoogbegaafdheid, mentoren, docenten en ouders wordt gekeken naar wat de leerling nodig heeft. In overleg kan gekozen worden voor een Traject op Maat, bijvoorbeeld door vakken te verdiepen of het lesprogramma te versnellen. Leerlingen die vastlopen in het leren kunnen begeleiding krijgen van de hoogbegaafdheidscoach. Op dit moment werken wij aan de actualisatie van ons beleid rond de begeleiding van hoog- en meer begaafde leerlingen. Daarbij laten wij ons leiden door nieuwe inzichten en actuele ontwikkelingen in de wetenschap en praktijk.
  • NT2
    NT2-leerlingen zijn leerlingen voor wie Nederlands de tweede taal is. Leerlingen die minder dan 6 jaar onderwijs hebben genoten in Nederland, hebben de NT2-status. Deze leerlingen komen in aanmerking voor faciliteiten en begeleiding zoals hieronder beschreven. Als leerlingen 6 jaar of langer onderwijs in Nederland hebben genoten, vervalt de NT2-status.
    De NT2-leerling heeft recht op extra tijd tijdens het maken van toetsen en examens. Deze extra tijd is gelijk aan de maximale extra tijd die leerlingen voor dyslexie krijgen. De leerling mag gebruik maken van een Nederlands verklarend woordenboek en een woordenboek (Moedertaal-Nederlands). Het woordenboek mag worden gebruikt tijdens lessen, toetsen, schoolexamens en Centraal Examens. De leerling is zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen en meebrengen van de woordenboeken. De NT2-leerling komt, indien nodig, in aanmerking voor extra begeleiding. De precieze vorm van de ondersteuning wordt afgestemd op de specifieke hulpvragen van een leerling. De organisatie en begeleiding valt onder de NT2-coördinator.
  • Topsportvriendelijke school
    Het Zaanlands Lyceum is een ‘topsportvriendelijke school’. Dit predicaat is officieel uitgereikt door het Olympisch Netwerk Noord-Holland. De school biedt leerlingen die een sport beoefenen op een hoog niveau de kans om hun school met de sport te combineren. De topsportcoördinator onderhoudt het contact met de leerlingen, hun ouders en de sportclub. De afdelingsleider bepaalt of de leerling een sportstatus krijgt toegewezen.
  • Kunststatus
    Leerlingen die op een hoog niveau kunst, bijvoorbeeld muziek, beoefenen kunnen een kunststatus aanvragen. Na toekenning van de status krijgen zij een kunstmentor, die hulp biedt bij het combineren van het schoolwerk met hun buitenschoolse activiteiten. De afdelingsleider bepaalt of de leerling een kunststatus krijgt toegewezen.
  • Trajectgroep
    Het Zaanlands Lyceum streeft ernaar om voor alle leerlingen een veilige, stimulerende en toegankelijke leeromgeving te bieden binnen het regulier voortgezet onderwijs. Wij geloven dat elke leerling recht heeft op passend onderwijs, ongeacht zijn of haar achtergrond of ondersteuningsbehoefte.
    Voor een deel van onze leerlingen is het volgen van regulier onderwijs echter niet vanzelfsprekend. Zij kunnen tijdelijke of langdurige ondersteuning nodig hebben als gevolg van uiteenlopende factoren. Dit kan gaan om een gediagnosticeerde stoornis (zoals ASS, AD(H)D of een leerstoornis), langdurige medische problematiek, psychische overbelasting, of een combinatie van sociale, emotionele en omgevingsfactoren die het leerproces beïnvloeden. De Trajectgroep werkt vraag gestuurd waarin de ondersteuningsbehoefte van de leerling leidend is, een diagnose is in sommige gevallen van toegevoegde waarde voor de leerling maar niet verplicht voor ondersteuning. De Trajectgroep biedt een vaste en voorspelbare plek binnen de school waar leerlingen terechtkunnen voor begeleiding op maat. De ondersteuning is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid, het bevorderen van het welzijn en het behouden van aansluiting bij het reguliere onderwijs. De ondersteuning binnen de Trajectgroep wordt geboden door de schoolpsycholoog en twee pedagogen.

 

Samenwerkingsverband Zaanstreek (SVZ)
In het kader van passend onderwijs zijn alle schoolbesturen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in de Zaanstreek aangesloten bij het Stichting Samenwerkingsverband VO Zaanstreek oftewel het Samenwerkingsverband Zaanstreek (SVZ). In het samenwerkingsverband werken scholen voor regulier voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs samen met als doel het bieden van passend onderwijs. Zo maken zij afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het speciaal onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld. Deze afspraken worden vastgelegd in het ondersteuningsplan. Het ondersteuningsaanbod in de regio moet dekkend zijn, wat betekent dat ieder kind met verschillende zorg- en onderwijsbehoeften een passende plek moet kunnen krijgen in de Zaanstreek.  Meer informatie vindt u op de website www.swvvozaanstreek.nl.

Basisvaardigheden

Taal en rekenen
Voor de basisvaardigheden taal en rekenen stelt de school elke vier jaar een schoolbeleid op, afgestemd op de taal- en rekenvaardigheden van de leerlingen. In leerjaar 1 en 2 meten we de vaardigheden en voortgang van de leerlingen via het leerlingvolgsysteem Diatoetsen. Leerlingen met achterblijvende scores krijgen extra ondersteuning.

 

Digitale geletterdheid
In leerjaar 1 volgen alle leerlingen een basiscursus digitale vaardigheden, met aandacht voor Office365applicaties zoals Word, Onedrive, Teams en Outlook. Naast de aandacht voor digitale vaardigheden, wordt er in de vak- en mentorlessen aandacht besteed aan mediawijsheid en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van AI. De school ontwikkelt hier beleid op.

Burgerschap
Leerlingen verlaten het Zaanlands Lyceum niet alleen met kennis, zij hebben tijdens hun schoolcarrière ook geleerd wat actief burgerschap betekent. Theoretische kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en universeel geldende rechten en vrijheden staan op het programma bij onder meer geschiedenis en maatschappijleer. In veel lessen leren leerlingen om naar elkaar te luisteren, andermans mening te respecteren en om op grond van argumenten hun eigen mening te vormen. Door projecten zoals de Coming Out Day en deelname aan de Gender and Sexuality Alliance wordt begrip gekweekt voor onderlinge verschillen. Daarbij staan verdraagzaamheid en solidariteit centraal. De medewerkers en de schoolleiding bevorderen deze twee kernwaarden in de school. De schoolcultuur bevordert de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties die leerlingen nodig hebben. Dit geldt zowel voor activiteiten op school als voor die daarbuiten, zoals de binnen- en buitenlandse reizen en uitstapjes.

De afgelopen schooljaren heeft het Zaanlands Lyceum gewerkt aan een modern burgerschapsbeleid, in samenspraak met leerlingen en ouders. De komende jaren werken we in alle leerjaren in verschillende vakken en projecten aan de nieuwe burgerschapsdoelen:

  1. Eigen waarden en invloed
    Leerlingen ontdekken hun eigen waarden en identiteit. Ze denken na over en werken actief aan hun rol in de samenleving, alsook de invloed die zij (in samenwerkingen met anderen) binnen deze samenleving kunnen uitoefenen.
  2. Begrip voor de ander
    Leerlingen komen uit hun bubbel en gaan in dialoog met anderen. Ze leren over de grenzen van hun eigen context kijken en meer te begrijpen van elkaars denkbeelden en perspectieven.
  3. Een kritische houding
    Leerlingen stellen zich kritisch op bij het vergaren van kennis en reflecteren gericht op complexe en ethisch geladen maatschappelijke vraagstukken.
Kwaliteit en resultaten

Scholen op de kaart
Het Zaanlands Lyceum doet mee aan Scholen op de Kaart. Dit is een digitaal systeem, waarin ouders gegevens van allerlei scholen kunnen inzien op het gebied van onderwijsprestaties, bedrijfsvoering en onderwijsbeleid. Scholen kunnen daar tevens worden vergeleken.

Slagingspercentages 2023-2024
havo: 88,8 %
vwo: 90,8%

Eindexamencijfers (gemiddelde eindcijfer) 2023-2024
havo: 6,55
vwo: 6,67

Onderbouwsnelheid

 

Onderwijspositie t.o.v. PO-advies

 

Bovenbouwsucces havo

 

Bovenbouwsucces vwo

 

 

 

Onderwijstijd

Het Zaanlands Lyceum agendeert zo veel lessen en schoolactiviteiten dat de leerlingen wettelijk gezien voldoende onderwijstijd krijgen, ook indien er incidenteel sprake is van lesuitval door bijvoorbeeld ziekte van een docent. Bij verwachte langdurige afwezigheid van een docent wordt direct een vervanger gezocht. De leerlingen van de eerste klassen krijgen invaluren indien een les vervalt door afwezigheid van een docent. Uitzondering hierop vormen lessen die uitvallen aan het begin of het eind van de lesdag